Op het Begijnhof is het maandag rond half 6 echter helemaal leeg. Een bewoonster van het hofje is midden in de tuin sperzieboontjes aan het snijden. Nee, het is vandaag niet al te druk geweest met toeristen, vertelt ze. Ze woont hier al 16 jaar en is het allemaal wel gewend.
“Bezoekers hier zijn altijd vrij rustig, lopen rond en praten op gedempte toon alsof ze in een kerk zijn, dus van overlast is hier sowieso zelden sprake. Sommigen schieten hier honderden foto’s, anderen kijken rond en het gebeurt ook dat ze mij aanspreken. Vind ik leuk, want dat wéét je als je hier woont. Het is hier het hele jaar wel druk, ’s zomers ietsjes meer.
In het voor- en najaar zie je veel scholieren hier, of bedrijfsuitjes, die zijn er in de zomer weer niet”, schetst ze. “Hoe laat is het eigenlijk?”, vraagt ze aan mij.
Het is inmiddels zes uur. “Dan gaan straks de klokken luiden. Dan zie je straks één der bewoonsters haar huisje uitschieten met de sleutel in haar handen en zo wordt het Begijnhof afgesloten. Dan is het hier helemaal stil, zo midden in het centrum. Het is een prachtige plek, met een prachtige tuin, dus een logische toeristische trekpleister. Maar na zes uur is het hier helemaal afgesloten en heerst er weer volledige rust. Heerlijk.”