Avondje NAC: een doos vol bier wordt de tribune opgesleurd
105 jaar oud en springlevend: de club bruist als haast nooit tevoren. Je merkt dat als je op de tribune staat. De afgelopen twee jaar was er geen spanning. Goals werden gevierd met een juich voor de vorm, zonder enige emotie. Die hele Jupiler League was een vreselijke martelgang.
Zo’n eerste helft tegen FC Groningen is dan ook wel koddig. Op het veld gebeurt niets noemenswaardigs, wat prima is: vandaag telt alleen het resultaat. Je kijkt wat in het rond, want daar gebeurt altijd wel wat: een doos vol bier wordt de tribune opgesleurd en de bierhaler vergeet zichzelf weer eens: hilarisch. Naast je overleggen wat jongens over een weekendje Heerenveen. Dat was de vorige keer goed bevallen, wellicht naar datzelfde hotel? Achter je schreeuwt een man in zijn eentje de longen uit zijn lijf en roept Manu Garcia wat hij moet doen. Dat voelt wat zinloos aan; niemand reageert erop en de kleine Spanjaard op het veld zal het nooit horen.
Dan komt NAC over de middellijn. De man met de doos bier draait zich resoluut om, steekt zijn vuist in de lucht en brult. De jongens staken hun gesprek over hun aanstaande weekendje en brullen in koor mee. De klaagbaak achter stopt zijn tirade. Het publiek wordt plots naar het veld gezogen, de focus op de wedstrijd. Met de blik geconcentreerd op het veld, rolt het aanzwellende NAC NAC Yellow Black Army over de tribunes. Als NAC scoort, vliegt men elkaar in de armen. Pure ontlading, die zich direct weer omzet in spanning: tegen Sparta ging het mis en dit Avondje NAC móet gewonnen worden.
Het is kippenvelopwekkend als het gezang verder aanzwelt. Vak G staat massaal op, net als vele plukjes supporters op de lange zijdes. Het unieke momentum dat het voltallige publiek erachter staat is niet zomaar te creëren.
Bij NAC draait het om de interactie tussen veld en publiek. De haast chemische reactie die ontstaat is die bruis en daar zit zóveel in, dat het niet te forceren is. Die bruis is bij onze 105-jarige springlevend, als nooit tevoren.