OOSTERHOUT – Carnaval staat voor: vrijheid, gelijkheid en broederschap. Maar: ,,Vrijheid kan niet zonder verantwoordelijkheid. Daarin zijn gelijkwaardigheid en waardigheid belangrijk”, betoog scheidend Commissaris van de Koning Wim van de Donk zaterdagmorgen in een afgeladen Sint Jansbasiliek in Oosterhout, tijdens de Carnavalsmis. ,,Een prachtige basiliek, dat diepe wortels heeft in de saamhorigheid van Kaaiendonk”, sprak hij. ,,Carnaval is minstens zo belangrijk; we bouwen en creëren samen. Dat is uiteindelijk toch de kunst van het samenzijn. Ik beschouw mezelf als beschermheer van die traditie, maar een traditie dient zich wel te ontwikkelen. Te vernieuwen. Stilstand is altijd achteruitgang. Dat is overigens geen opdracht, dat is echt de verantwoordelijkheid van ons allemaal.”
Van de Donk is dit weekend op uitnodiging van Prins Mienus XIV en De Smulnarren volop aanwezig in Kaaiendonk. De uitnodiging was onderdeel van de wens om het carnaval op de Werelderfgoed van UNESCO te krijgen. Hij bezoekt zondag ook de optocht, mits deze doorgang vindt. ,,Een uitnodiging zo uitdrukkelijk, dat ik het niet kon weigeren.”
De Carnavalsmis is de aftrap van vier dagen leut in de stad. De Prins ging nog in discussie met de stem van Sint Jan en deed daarbij de belofte dit jaar het carnaval op dinsdag goed af te sluiten. ,,Want het leek wel een nachtkaars, vorig jaar”, klonk de stem van Sint Jan door zijn eigen kerk. Dinsdag staat het lied ‘We zien mekaar’ op het programma op de Markt; de volledige kerk zong het deze zaterdagmorgen alvast uit volle borst mee.
Diaken Peter Hoefnagels riep op om bewust om te gaan met plastic. ,,Dat Carnaval op de werelderfgoed moet komen is een mooi streven. Maar eigenlijk zouden we de hele aardbol erop moeten zetten”, sprak hij. ,,Iedere zondag is de complete Markt bezaaid met rommel. Daar zouden we eens een oplossing voor moeten verzinnen.” En passant onthulde hij een speciale pul, die iedere carnavaller mee zou kunnen nemen naar de kroeg. ,,Voor nu gevuld met abdijbier 0,0%, want we zijn nog aan het werk”, sloot hij af.