Fotoclub Teteringen vierde het veertigjarig jubileum recent met een expositie in het eigen Dorpshuis ‘t Web. De twintig leden bespreken iedere twee weken elkaars werk. Kritisch, maar vooral het sociale aspect is van belang.
,,We zijn
geen strebersclub, willen niet per se béter worden. Ieder heeft zijn eigen
specialiteit, het is vooral gezellig”, legt voorzitter Berry Kolen uit.
Twee van hen zijn er al de volle veertig jaar bij betrokken. Alice van Gils en
Corry Groenewout waren erbij in 1979, toen de club een feit werd. ,,Al gauw
vielen er heel veel vrouwen af omdat zij de donkere kamer niet zagen zitten.
Wij bleven over. Ik had in eerste instantie niet eens een camera, die kocht ik
pas na een half jaar. Want ik wist: dit was iets voor mij”, legt Van Gils uit.
De twee
tachtigers zijn vriendinnen geworden, maar verschillen in zienswijzen. Van Gils
wil altijd realisme fotograferen. Ze heeft niets met abstract, noch met
fotobewerkingsprogramma’s. Denkt met weemoed terug naar de tijd van analoge
fotografie en moest flink wennen aan het digitale tijdperk.
Groenewout vond dat juist een opwindende overgang. ,,Je wordt er creatiever
van, krijgt de mogelijkheid om anders te kijken.”
Bij de Fotoclub werken ze met thema’s. Iedere twee weken laten ze elkaar zien
wat ze ermee gedaan hebben. De ervaren Van Gils en Groenewout zijn ook de
oudsten. De jongere zestigers kijken heel anders naar foto’s dan zij. ,,De
trend is abstract. Dat deden we vroeger nooit. Dat onscherpe, wat bedoelt een
fotograaf daarmee?”, vraagt Van Gils zich af.
Groenewout fotografeert graag de natuur. Urbex. Bewerkt het wel een beetje.
Ieder heeft zo de eigen voorkeuren. ,,We zijn geen fotoclub waar de een de
ander voorbij wil streven. Het niveau is stabiel, goed, maar het sociale aspect
is het mooiste. Ik word opgehaald om naar onze avonden te gaan. Ik hoef daar
niet om te vragen, het gebeurt. Dat vind ik echt fijn”, zegt Van Gils.
Hun
favoriete eigen werk? Dat is toch wel uit het analoge tijdperk. ,,Ik had een
foto gemaakt van een koetsier in het Ulvenhoutse Bos, met een rieten mandje
achterop. In de doka zie ik het hoofd van het paard verschijnen. Ik was zó
verwonderd, zo onder indruk. Dat gebeurt nooit meer.”
Groenewout glimlacht. ,,Misschien geven al die stappen die je moest ondernemen
om tot een eindproduct te komen de foto’s wel gewoon veel meer waarde.”
Normaliter exposeert de fotoclub tweejaarlijks bij de Nieuwe Veste in Breda.
Kolen: ,,Ik droom ervan om het jaarlijks in ‘t Web te doen. Gewoon, in
Teteringen.”