‘Sluiting was vreselijk nieuws’

Het thema voor de komende Open Monumentendagen -op 10 en 11 september- is ‘iconen en beelden’. Hoe zich dat uit in de Bredase Koepelgevangenis? Goof Franken wijst naar de nok in het dak, te midden van de imposante ruimte. “Het is m’n eigen filosofie, maar de spijlen die de koepel vormen, komen allen uit bij iets dat gelijkt op een lotusbloem. Ik zie dat als ontwikkeling voor de mens en dan met name voor gevangenen. Zij zitten in de modder, aan de grond. Aan ons om hen daaruit te trekken. Naar boven te brengen, te laten ontwikkelen richting de lotusbloem – en ze zo naar het vruchtbare leven te brengen.”

Franken werkte 25 jaar als Werkmeester Hout in de gevangenis. Hij maakte meubelen, kasten en andere spullen van hout en bereidde hen zo voor op het werkende leven buiten. Toen de Koepelgevangenis begin dit jaar z’n functie verloor, had Franken geluk: hij kon zonder problemen met vervroegd pensioen. “Het was vreselijk nieuws, maar je hebt er niets over te zeggen.” Omdat Franken een grote passie heeft voor de Koepelgevangenis, werd hem gevraagd een passend gevolg te geven aan alle spullen. “Een deel ging naar andere gevangenissen, maar ook naar het Bredaas Archief en naar musea.”

Franken roemt het overzichtelijke karakter van het gebouw, maar bestrijdt dat architect het panopticum-principe voor ogen had. Filosoof Jeremy Bentham bedacht in 1791 een bouwstijl, met het alziend oog als uitgangspunt. “Dat had architect Johan Frederik Metzelaar niet voor ogen, dat werd er pas in de jaren ’50 bij bedacht. Bovendien klopt het niet: vanuit de vloer heb je slecht overzicht over de bovenste verdieping. En als de deuren dichtzijn, kun je de gevangene al helemaal niet zien.”

Onder die vloer ligt een waterkelder. “Toen de Koepel in 1886 opgeleverd werd, werd het ‘het Boevenpaleis’ genoemd. Er was centrale verwarming, elektriciteit en zelfs vijf douches met warm, schoon water. Voor 200 man weliswaar, maar mensen in vrijheid hadden toentertijd beduidend minder luxe.”

Franken had doorgaans een betere verstandhouding met gevangenen, dan met de ambtenarij. “We hadden een ontruimingsoefening, met vooraf bedachte afspraken. Een ambtenaar riep dat we nú direct het pand moeten verlaten. Ik zeg: ‘Nee, éérst wil ik al mijn gereedschap terug’. Je wil toch niet dat een gevangene gereedschap meeneemt?” Met de gevangenen heeft Franken vooral een werkrelatie. “Natuurlijk heb ik herinneringen, tijdens het houtbewerken raak je uiteraard soms wel in gesprek. Een zeevaarder die drugs smokkelde. Waarom? Omdat ie z’n dochter wilde weerhouden in de prostitutie terecht te komen.” Er zijn redenen waarom mensen doen wat ze doen, wil hij maar zeggen. “Het ligt er vaak maar net aan waar het wiegje staat. Deze gevangenis is nu gesloten, wat natuurlijk puur om geld draait. Bezuinigingen. Daar wordt de wereld niet beter van, toch?”

Inmiddels staat de Koepelgevangenis al anderhalf jaar leeg. “Een hotel, studentenhuisvesting: zoiets vereist een enorme investering die nooit terugverdiend zal worden. Ik zou graag zien dat de politie hier gaat zitten. De functie waar hij voor bedoeld is behouden, inderdaad.

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Translate »